Wat mag het kosten

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de gewijzigde begroting 2025 zijn:

• De bijdrage aan belastingsamenwerking SVHW stijgt (nadeel € 0,4 miljoen).
• De landelijke korting op de bijdrage uitvoeringskosten WOZ vervalt (nadeel € 0,6 miljoen).
• De rentelasten zijn met € 1,7 miljoen gestegen ten opzichte van vorig jaar. Deze toename wordt volledig doorbelast aan de desbetreffende programma’s.
• De kosten (€ 1,4 miljoen) en opbrengsten (€ 1,4 miljoen) van de separate afvalwaterstromen zijn verantwoord onder de Algemene dekkingsmiddelen. Dit is in overeenstemming met de voorgeschreven verantwoordingswijze van de Unie van Waterschappen. Het financiële effect is per saldo nihil.
• In 2025 zijn de categorale egalisatiereserves gebouwd watersysteemheffing en wegenheffing volledig ingezet. Deze zijn begroot volgens het besluit van de Verenigde Vergadering (9 oktober 2024). In 2026 levert dit een nadeel op van € 2,9 miljoen.
• De belastingopbrengst neemt toe, dit is in overeenstemming met de Kadernota 2026 (stijging € 19,3 miljoen).

Vanaf 2027 blijven de lasten stabiel. De verwachte toename van belastinginkomsten is het gevolg van verschillende kostenontwikkelingen binnen de programma’s, structurele indexatie en stijgende kapitaallasten.

Separate afvalwaterstromen

Per 1 januari 2026 wordt het belastingstelsel van de waterschappen aangepast. Daarmee worden verschillende knelpunten in het bestaande stelsel opgelost. Een belangrijke wijziging is de afhandeling van separate afvalwaterstromen binnen het programma Waterketen.

Een separate afvalwaterstroom is afvalwater dat direct wordt aangeboden bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi), zonder dat dit via het gemeentelijke vuilwaterriool loopt. De zuivering van deze stromen valt buiten de wettelijke taken van het waterschap. Daardoor mogen we hiervoor geen zuiveringsheffing heffen.

In plaats daarvan kunnen we deze zuiveringen regelen via privaatrechtelijke overeenkomsten tussen het waterschap en de aanbieder van het afvalwater. Deze verandering heeft gevolgen voor de opzet van de Programmabegroting: de opbrengsten uit deze separate stromen worden niet langer toegelicht onder de waterschapsbelasting, maar verantwoord onder de Algemene dekkingsmiddelen.

We schatten de opbrengst uit deze privaatrechtelijke afspraken in op € 1,4 miljoen. Deze raming kent enige onzekerheid. Het project om te komen tot concrete prijsafspraken en overeenkomsten is namelijk nog in ontwikkeling. Eventuele bijstellingen van deze raming zullen we verwerken in de P&C-producten van 2026.