Inleiding
In de afgelopen jaren hebben we steeds meer inzicht gekregen in de omvang van de opgaven die we moeten realiseren om onze doelen voor 2050 te bereiken. In het afgelopen jaar is duidelijk geworden dat de opgaven groot zijn, groter dan dat we aanvankelijk dachten. Dit blijkt met name uit de Watergebiedsplannen en Asset Lifecycle Management-studies. Daarbij zijn we ons ook steeds meer bewust dat we niet alles 100% zeker in beeld hebben en gaan krijgen.
Met de Programmabegroting 2026 vervolgen we de lijn die we in 2025 hebben ingezet. We richten ons op wat we in 2050 gedaan moeten hebben. Dit betekent handelen in en met onzekerheid. Maar wachten tot we zekerheid hebben, is geen optie. Het vraagt ook om bestuurlijke keuzes, want de opgaven zijn enorm groot en het is de vraag of we alle doelen kunnen realiseren. De uitgangspunten ‘niet afwentelen op de toekomst’ en ‘opgaven centraal’ lijken lijnrecht te staan tegenover ‘gelijkmatige belastingopbrengst’ en ‘realistische begroting’. Daarbij komt ook dat we ‘samen willen werken’ met de omgeving.
Met deze Programmabegroting zetten we de eerste stappen van de meerjarenstrategie voor de langere termijn. Onze aanpak doet zoveel mogelijk recht aan alle uitgangspunten die zijn opgenomen in de Kadernota 2026. De kern van de meerjarenstrategie ‘Toekomstvast vernieuwen‘ is dat we risicogestuurd keuzes maken welke zaken we in 2026 en verder gaan uitvoeren. Een groot deel van onze middelen is gericht op beheer, onderhoud en vervanging van de bestaande assets. Maar deze strategie betekent dat we ons ook nadrukkelijk richten op vernieuwing en verduurzaming van onze assets om onze doelen in 2050 te halen. We accepteren daarbij dat we maatregelen met een medium risiconiveau doorschuiven naar de nabije toekomst ten faveure van de vernieuwingsopgave. Hiermee kiezen we ervoor om middelen in te zetten waar ze nu en in de toekomst de meeste doelrealisatie opleveren.
De strategie van 'Toekomstvast Vernieuwen' houdt rekening met de verschillende uitgangspunten en belangen. We proberen deze allemaal zo goed mogelijk in te vullen, maar dat heeft tot gevolg dat we op alle punten wat moeten inleveren. We zijn ons er goed van bewust dat we daardoor voor verschillende doelen de afgesproken (wettelijke) termijnen niet op tijd gaan halen. De doelen hebben we echter niet bijgesteld of afgezwakt.
De belangrijkste inhoudelijke kaders voor deze Programmabegroting zijn de doelen zoals geformuleerd in het Waterbeheerprogramma 2022-2027 (WBP), het Wegenbeheerprogramma 2022-2027 (WgBP), het Groenbeleidsplan, het Visbeleid, de huisvestingsstrategie en het bestuursakkoord WSHD 2023-2027. De financiële kaders zijn gebaseerd op de Kadernota 2026.
De grote opgaven in zowel beheren als vernieuwen zorgen, in combinatie met autonome stijgingen in kapitaal- en personeelslasten alsook stijgende prijzen, voor een stijging van de benodigde belastingopbrengst.