Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2026 Meerjarenraming 2027-2030 Commissie-20251110-12

Gehanteerde uitgangspunten en normen

Gehanteerde uitgangspunten en normen

Voor de Programmabegroting 2026 en de hierop aansluitende meerjarenraming tot en met 2030 hanteren we onderstaande uitgangspunten en normen:

  • De inflatie is de laatste jaren, na de piek in 2022, gedaald. Voor Nederlandse begrippen is de de inflatie echter nog steeds hoog. De verwachting van DNB en ECB is dat de inflatie geleidelijk verder zal dalen naar ongeveer 2%. De mondiale onzekerheid blijft een risico bij de inschatting van de inflatie.
  • Voor 2026 hebben we bij het opstellen van de budgetten zo veel mogelijk rekening gehouden met alle onzekerheden en bekende prijsstijgingen.
Uitgangspunt Begroot 2026 Begroot 2027 - 2030

Prijsindexatie van materiële budgetten.

Voor 2026 zijn alle kosten (voor zover mogelijk) op prijspeil 2026 geraamd.

Niet van toepassing

Vanaf 2027: 2,0%

Loonkosten conform de geldende Collectieve arbeidsovereenkomst akkoord voor 2025.
Voor de jaren daarna is een inschatting gemaakt.

4,5%

2027: 3,5%
Vanaf 2028: 2,5%

Langlopende leningen.

Kortlopende leningen.

3,25%

2,0%

3,25%

2,0%

Rente omslagpercentage.

2,48%

2027 en 2028: 2,6%
2029: 2,7%
2030: 2,8%
2031: 3,3%


  • Investeringen nemen we op in de begroting. Dat doen we volgens de bestuurlijk afgestemde verdeling: potentiële investeringen, geplande investeringen en lopende investeringen. Potentiële investeringen en geplande investeringen worden bijgesteld bij de overgang van een project naar een nieuwe fase, of op grond van een afzonderlijk bestuurlijk voorstel. Jaarlijks vindt indexering plaats van deze investeringen. Dit gebeurt volgens het Amendement Indexering, dat is aangenomen bij vaststelling van de Kadernota 2026.
  • Bij de lopende investeringen vindt bijstelling plaats via de planning-en-controlcyclus. Bijstelling van projecten kan betrekking hebben op planning, scope en geld.
  • Het waterschap verricht diensten en/of werkzaamheden voor derden. Als daarbij geen vaste tariefafspraken zijn gemaakt, berekenen we een uurtarief op basis van de salarisschaal per medewerker plus een opslag voor overheadkosten. Voor het begrotingsjaar 2026 gelden de volgende uurtarieven per salarisschaal:
Component / Schaal (in €) 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Loonkosten inclusief
overhead (exclusief btw)

100

103

107

113

120

129

138

147

159