Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2025 Meerjarenraming 2026-2029 Versie VV november

Wat willen we bereiken & wat gaan we daarvoor doen

Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen

In 2025 gaan we verder met de implementatie van de doelen zoals beschreven in het Waterbeheerprogramma 2022-2027.

Het grootste deel van de begroting voor het programma watersysteem is gericht op het uitvoeren van beheer en onderhoud en de vervangingsopgave. De lopende watergebiedsplannen, waarin integraal de verschillende opgaven voor het watersysteem worden aangepakt, worden voortgezet waarbij we met enkele plannen van planvorming naar realisatie gaan. Er wordt volop ingezet op de uitvoering van KRW-maatregelen, KRW doorontwikkeling, beleidsontwikkeling waterkwaliteit en digitalisatie in de vorm van de projecten NBWS-TA en NBWS-BOS en de herziening van het meetnet en monitoringsplannen.

Speerpunt 1: We geven een impuls aan de waterkwaliteit en biodiverse waternatuur

In 2025 gaan we verder met het voorbereiden en uitvoeren van verschillende maatregelen voor de KRW-waterlichamen conform het SGBP-3. Een aantal maatregelpakketten wordt volledig afgerond, waaronder 14 stuks beheer- en onderhoudsplannen en de maatregelen ten behoeve van de optimalisatie van de verblijftijd van het watersysteem in het maalgebied De Eendragt ten behoeve van de waterkwaliteit. Ook zullen deelmaatregelen van pakketten worden afgerond waardoor de Prestatie-indicator een hogere waarde zal krijgen. Voorbeelden zijn het project De Waterkraan en het baggeren van KRW-waterlichaam de Binnenbedijkte Maas.

De inzet op KRW vraagt veel inspanning het komende jaar richting 2027. Belangrijke inzet is anticiperen als organisatie op o.a. uitkomsten uit landelijke en interne KRW tussenevaluaties en juridische scans en landelijke ontwikkelingen.

Voor het borgen van een goede waterkwaliteit is de visstand een belangrijke graadmeter. Dit is een van de biologische kwaliteitsindicatoren binnen de Kader Richtlijn Water (KRW). Een gezonde visstand wordt grotendeels bepaald door de aanwezigheid van geschikt leefgebied (habitat) en de verbinding tussen leefgebieden (connectiviteit). Om een geschikt habitat te creëren voor vis dienen de kunstwerken tweezijdig vispasseerbaar te zijn. In de periode 2022-2027 gaan we aan de slag gaan met de belangrijkste vismigratieroutes (WBP 2022-2027). In 2025 worden we op basis van variantenstudies een aantal voorkeursvarianten opgeleverd voor verdere besluitvorming. Maatregelen worden waar mogelijk meegenomen in de betreffende watergebiedsplannen.

De Strategie Waterkwaliteit wordt na vaststelling verder uitgerold, waarmee aan belangrijke opgaven op het gebied van waterkwaliteit wordt gewerkt.

In 2022 is binnen het waterschap een traject gestart rond het Zuiderdiep en de aanliggende havenkanalen met als doel een type watersysteem en bijbehorend KRW-doel te kiezen. In 2024 is het gebiedsproces gestart, 2025 staat in het teken van besluitvorming over de uitwerking van de strategische varianten en de voorkeursbeslissing van het gebiedsplan Zuiderdiep.

In het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied wordt actief deelgenomen aan de gebiedsprocessen met onze omgevingspartners. Onze inzet is om te komen tot een robuust en veerkrachtig watersysteem met voldoende waterberging, waterbuffering en een goede waterkwaliteit.

Speerpunt 2: We verminderen de watervervuiling

In 2025 gaan we door met de projecten die onder het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer vallen, een samenwerking tussen waterschap en LTO. Dat zijn de projecten ‘Bodem als basis’ en de ‘Aanpak reductie gewasbeschermingsmiddelen Zuid-Hollandse Eilanden’. Daarnaast is het de ambitie om een Landbouwportaal in te richten zodat we agrariërs kunnen ondersteunen bij maatregelen gericht op een goede waterkwaliteit.

Speerpunt 3: We maken het watersysteem klaar voor het klimaat van 2050

Uit de in 2024 uitgevoerde verkenning is gebleken dat we niet kunnen voldoen aan de provinciale deadline om op 1 januari 2028 te voldoen aan de provinciale normering voor wateroverlast berekend op het huidig klimaat. Dit betekent dat er in overleg met de provincie gekeken moet worden of uitstel van het voldoen aan de provinciale normering voor wateroverlast mogelijk is. De ambitie om het watersysteem klaar te maken voor het klimaat 2050 schuift hiermee ook naar achter in de tijd.

Sinds 2021 wordt er volop gewerkt aan watergebiedsplannen, met als doel om ons watersysteem toekomstbestendig op integrale wijze in te richten. De watergebiedsplannen blijken meer tijd te kosten dan voorzien om de complexiteit en omvang van alle opgaven in een gebied volledig te omvatten. Hierom worden er in 2025 geen nieuwe fases van watergebiedsplannen opgestart. Wel wordt er volop doorgewerkt aan de lopende fases.

Verder werken we samen met derden mee aan initiatieven om het waterbergend vermogen van ons watersysteem te vergroten, worden enkele beleidsregels tegen het licht gehouden om deze toekomstbestendig te maken en actualiseren we onze Nota Peilbeheer.

Speerpunt 4: We vergroten de grip op het watersysteem om invulling te geven aan het zoetwatervraagstuk en de functies toekomstbestendig te faciliteren

In het kader van het Deltaprogramma Zoetwater werken we met de ontwikkelingen op het gebied van interne en externe verzilting en het effect daarvan op ons watersysteem. Specifiek voor het Bernisse-Brielse Meer systeem worden de resultaten van het Onderzoeksprogramma in samenwerking met de partners uit de Bernisse Commissie verder uitgewerkt. In 2025 moeten nadere keuzes worden gemaakt uit de mogelijke en aangedragen maatregelen voor cofinanciering vanuit het Deltafonds in de periode 2028-2033. Hiernaast zetten we de volgende stappen om te komen tot een integraal meetnet watersysteem, om ons watersysteem beter in beeld te krijgen. Dit bevat onder andere nieuwe meetpunten voor waterkwaliteit in onze KRW-wateren, meer waterkwantiteitsmetingen bij onze inlaten en een meer doelmatige inrichting van het grondwatermeetnet. We werken beperkt verder aan de ontwikkeling van uitgangspunten en de mogelijkheden voor normeringen voor chlorideconcentraties.
Er wordt gekozen om in 2025 nog geen invulling te geven aan de in het Waterbeheerprogramma uitgesproken ambitie om de uitwerking van veranderde wet- en regelgeving een plek te geven in het grondwaterbeleid van het waterschap.
* Betreft wettelijke (zorg)plicht vandaar de streefwaarde 100%, die in praktijk niet haalbaar is. Streefwaarde in de praktijk ligt rond 92%.

Speerpunt 5: We vergroten de meerwaarde van water, de zichtbaarheid van goed water, en het waterplezier

In 2025 gaan we door met uitvoering geven aan het groenbeleidsplan en maaien waar nodig en mogelijk de aangewezen wateren ten behoeve van recreatie. In 2025 werken we op basis van het plan van aanpak ‘Waterbewustzijn’ en zetten we in op gecoördineerde uitvoering van activiteiten waarmee we de zichtbaarheid en de beleving van water vergroten. Een concreet voorbeeld is het landelijke project Waterdiertjes, dat we naar verwachting met alle waterschappen ondersteunen en inzetten als brede, interactieve publiekscampagne om zowel jongeren als volwassenen waterbewust(er) te maken. Verder verkennen we de mogelijkheden om fysieke plekken in ons gebied, zoals gemaal De Leeuw van Putten, te gebruiken om de omgeving de meerwaarde van water te laten beleven.

Speerpunt 6: We verminderen de uitstoot van broeikasgassen bij de uitvoering van het waterbeheer

In 2025 gaan we door met het circulair aanbesteden binnen projecten en nemen we maatregelen voor de terugdringing van de CO2-uitstoot. We gaan verder met de aanpak Duurzaam GWW en vragen bij de aanleg van nieuwe objecten om een materialenpaspoort. Naast de inzet op een duurzame aanleg wordt ook ingezet op duurzaam beheer en onderhoud. Zo kan er met het NBWS-BOS in de toekomst gestuurd worden op energie-efficiëntie binnen de operationele bediening. Ook wordt de reststroomstrategie van WSHD verder geïmplementeerd binnen de werkzaamheden van de organisatie, waarmee bagger en maaisel circulair ingezet worden. Dit zal ook een plek krijgen in de herziening van het uitvoeringsbeleid baggeren. Hierbij willen we de kennis en ervaring van opdrachtnemers inzetten, o.a. door deelname aan het circulair baggerconsortium.