Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2025 Meerjarenraming 2026-2029 Versie VV november

Wat willen we bereiken & wat gaan we daarvoor doen

Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen

Langs de lijn van de speerpunten uit het Waterbeheerprogramma is in deze paragraaf toegelicht wat we daarvoor in 2025 gaan doen.

Speerpunt 1: We voldoen aan de wettelijke eisen

Om aan de wettelijke eisen te voldoen wordt op adequate wijze het onderhoud en de procesvoering op onze zuiveringen, rioolgemalen en persleidingen uitgevoerd. De voorbereidingen van een aantal vervangingsinvesteringen worden wel getemporiseerd, evenals de voorbereidingen voor het verwijderen van asbestcementleidingen. Er wordt ingezet op de uitvoering van het investeringsprogramma van de al uitgevoerde Asset Lifecycle Management studies (Sluisjesdijk, Goeree-Overflakkee en Spijkenisse). Vanuit de herziene Richtlijn Stedelijk Afvalwater (RSA) is het noodzakelijk om het water verdergaand te zuiveren. De eerste acties vanuit de bestuurlijke vastgestelde Transitie Waterketen (routekaart) zullen worden opgestart.

Speerpunt 2: We verbeteren de kostenefficiency, de doeltreffendheid, de adequaatheid en de voorspelbaarheid van de waterketen

We starten geen nieuwe ALM-studies en optimalisatiestudies op, omdat we focus aanbrengen op de uitwerking en uitvoering van het investerings-programma van de al uitgevoerde ALM-studies. Dit heeft effect op het niet kunnen realiseren van de norm 2027 van de prestatie indicator ‘inzicht in de middellange termijn investeringsopgave’. We maken hiervoor wel een doorvertaling van de transitiepaden door bijvoorbeeld de programmering van de voorkeursvariant Dokhaven, Dordrecht, Hellevoetsluis en Heenvliet. Voor de vermindering van de discrepantie wordt alleen ingezet op handhaving van de indirecte lozingen en niet via een discrepantieonderzoek. Via gezamenlijke onderzoeken met gemeenten naar rioolvreemd water kunnen we meer grip krijgen op het aantal liter per v.e. Deze onderzoeken worden niet opgestart. Het aantal liter per v.e. is ook afhankelijk van de hoeveelheid neerslag. De investering online meters waterlijn, welke voor 50% bijdraagt aan de KPI, wordt in 2025 afgerond en van de vervanging en modernisering van de Technische Automatisering (TA) Waterketen vindt de uitvoering volop plaats. De investering online meters sliblijn is in de Burap 2023 vervallen, doordat de ontwateringslijnen met bijbehorende online meters niet meer nodig zullen zijn vanwege centrale ontwatering en vergisting op Dordrecht vanuit de slibstrategie.

Speerpunt 3: We verminderen de CO2-uitstoot bij de uitvoering van werkzaamheden aan de waterketen

Het energieverbruik wordt o.a. beïnvloed door de hoeveelheid neerslag en de inspanningen om te voldoen aan de lozingseisen. Diverse verbeteringen voor een lager energieverbruik worden in 2025 niet opgestart. Hierdoor wordt de norm 2027 naar verwachting niet gehaald. Verwacht wordt dat de besparingseffecten van de in 2024 gehouden aanbesteding van polymeer zullen renderen in een lager polymeerverbruik. Door de metingen van lachgas en de landelijke programma-aanpak wordt het mogelijk om in 2027 beleid voor broeikasgasemissies vast te stellen.

Speerpunt 4: We continueren en waar nodig intensiveren de samenwerking met ketenpartners

Via Alliantie Waterkracht vindt de samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen plaats. Ook wordt de reguliere samenwerking met gemeenten voortgezet. Echter het evalueren en actualiseren van de afvalwaterakkoorden en adviseren op deelplannen van rioleringsplannen wordt iitgesteld. Vanuit stakeholdermanagement vindt verbeterde afstemming plaats.

Speerpunt 5: We vergroten op maatschappelijk verantwoorde wijze de meerwaarde uit afvalwater en zuiveringsslib

Aan het creëren van meerwaarde uit slib wordt invulling gegeven door terugwinning van fosfaat uit de asrest die vrijkomt bij de slibverbranding door HVC. Via de Gemeenschappelijke Regeling Slibverwerking oefenen we invloed uit op de realisatie van de plannen die HVC samen met Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) ontwikkelt voor de fosfaatterugwinning. Door problemen met de fosfaatfabriek in Hamburg is dit proces vertraagd.
Momenteel worden verschillende alternatieven getest. Gestreefd wordt naar realisatie van fosfaatterugwinning in uiterlijk 2029. In de tussenliggende periode wordt gestreefd naar het verwerken van een deel van de asrest bij de Amsterdamse kunstmestfabriek ICL. Het WBP doel van 2027 wordt dus niet gehaald.

In december 2022 is de Slibstrategie en in 2024 is het afwegingskader hiervoor vastgesteld door de VV. Bij de verwerking van het zuiveringsslib wordt gestreefd naar verdergaande slibreductie middels een extra vergisting en een verhoging van de biogasproductie met opwerking naar groengas. De Slibstrategie wordt in 2025 verder uitgewerkt en voorbereid.

Daarnaast zijn we samen met HVC en andere waterschappen in 2022 gestart met de demonstratie-installatie in Dordrecht om bioplastics uit slib te produceren. Dit project is in 2024 met een jaar verlengd en deze wordt in 2025 afgerond.

Voor het creëren van meerwaarde uit gezuiverd afvalwater is onderzoek uitgevoerd naar kansen voor hergebruik effluent. Hierin is gebleken dat erop korte termijn geen concrete kansen voor realisatie aanwezig zijn. Voor 2025 gaat het waterschap geen kansen oppakken voor het hergebruik van het effluent en het is hierop de verwachting dat het WBP doel van 2027 niet wordt gehaald. Vanaf medio 2023 participeert WSHD in het onderzoek de Ultieme Waterfabriek, waarin de productie van drinkwater uit afvalwater wordt onderzocht.

Daarnaast zal het waterschap in 2025 geen kansen oppakken die zich voordoen met terugwinnen van warmte uit effluent (aquathermie). Hierbij loopt het waterschap wellicht kansen mis om te voldoen aan onze WSHD energie neutraliteit doelstelling.