Wat mag het kosten

Het saldo van baten en lasten na bestemming voor het programma Waterveiligheid begroten we voor 2026 op € 22,5 miljoen. Dit is € 2,7 miljoen minder dan in de gewijzigde begroting 2025.

De belangrijkste wijzigingen zijn:

• De solidariteitsbijdrage HWBP is gedaald als gevolg van de herberekeningen vanuit het Rijk (voordeel € 0,4 miljoen).
• Door actualisatie van de bijdrage voor muskus- en beverrattenbestrijding zijn de kosten toegenomen (nadeel € 0,2 miljoen).
• De materiële kosten van de lopende HWBP-exploitatieprojecten zijn bijgesteld. En in 2026 start het nieuwe HWBP-exploitatieproject Voorverkenning versterking 20-2 Brielse Maasdijk (nadeel € 0,9 miljoen).
• Diverse onderhoudsbudgetten zijn gewijzigd op basis van de programmering van werkzaamheden. Per saldo blijft het totale budget nagenoeg stabiel.
• In 2026 voeren we diverse onderzoeken uit. Het onderzoek naar de levensduur van asfaltbekledingen leidt tot de grootste wijziging (nadeel in totaal € 0,3 miljoen).
• Eind 2025 verstrekken we de opdracht voor de herziening van de legger. De grootste uitgaven verwachten we in 2026 en 2027 (nadeel € 0,2 miljoen).
• De doorbelastingen van de kosten voor bedrijfsvoering zijn geactualiseerd (voordeel € 0,6 miljoen). De toename van deze kosten lichten we toe in de paragraaf Wat mag het kosten? binnen het programma Bestuur en Organisatie.
• De stijging van de baten wordt met name veroorzaakt door de voortgang van de lopende HWBP-exploitatieprojecten (voordeel € 1,1 miljoen). Per saldo is er nagenoeg geen wijziging in de totale lasten van deze projecten. Er is echter wel een stijging van de baten te melden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt doordat het HWBP ook een bijdrage levert aan de kosten voor de uren die we hieraan besteden. De lasten van de uren landen in de begroting bij Bestuur en Organisatie.
• In 2025 is een voorziening HWBP gevormd € 3,3 miljoen (voordeel € 2,5 miljoen)
• De tariefegalisatiereserve is conform eerdere besluitvorming ingezet. Dit resulteert in 2026 in een lagere onttrekking dan in 2025 (nadeel € 0,3 miljoen).
• In 2026 heeft een lagere toevoeging aan de algemene reserve plaatsgevonden. Dit is het gevolg van de actualisatie van het weerstandsvermogen (voordeel € 0,02 miljoen).

In de jaren na 2026 zien we met name vanaf 2028 een stijging van de kosten veroorzaakt door de HWBP-projecten in de exploitatie. We verwachten dat we vanaf 2030 een hogere bijdrage aan het HWBP moeten betalen. Dit is een gevolg van het besluit uit de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen van 13 december 2024 over de Middellange termijn financiering HWBP.