Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen
In deze paragraaf lichten we toe wat we in 2026 gaan doen in het programma Voldoende en Schoon Water. We werken in dit programma aan 6 speerpunten.
Speerpunt 1: We geven een impuls aan de waterkwaliteit en biodiverse waternatuur
In 2027 dienen we te voldoen aan de Kaderichtlijn Water (KRW). De huidige maatregelen uit de KRW worden verder voorbereid en uitgevoerd, zoals het kwaliteitsbaggeren en de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Aanvullend voeren we onder de noemer KRW-Impuls vanaf 2026 beleidsmaatregelen en uitvoeringsmaatregelen uit met als doel de verwachte doelgaten aan het einde van de huidige planperiode te verkleinen. Ook vinden voorbereidingen plaats voor het nieuwe Stroomgebiedbeheerplan (SGPB-4) voor de KRW. Bij het formuleren van de benodigde maatregelen houden we rekening met de maakbaarheid ervan in het licht van de meerjarenstrategie.
In 2026 werken we de Strategie Waterkwaliteit verder uit. De focus ligt daarbij op het versterken van het aquatisch ecosysteem. We bepalen nieuwe doelen voor de waterkwaliteit voor het reguliere water. De maatregelen uit de strategie nemen we onder andere mee in watergebiedsplannen waarvan de verkenningsfase nog moet starten.
De maatregelen voor de vismigratie werken we verder uit in de watergebiedsplannen of pakken we zo nodig separaat op. Ook werken we nader uit hoe we aalreservaten in het beheergebied kunnen ontwikkelen.
Voor het gebiedsplan Zuiderdiep zal besluitvorming plaatsvinden over de uitwerking van de strategische varianten en de voorkeursbeslissing.
Waterschap Hollandse Delta neemt met omgevingspartners deel aan gebiedsprocessen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de invulling daarvan in Zuid-Holland (ZH-PLG). Het Rijk heeft het NPLG inmiddels losgelaten en is aan de slag gegaan met Ruimte voor Landbouw en Natuur. Gezien deze landelijke ontwikkeling, kiezen we binnen het waterschap waar onze deelname meerwaarde heeft en waar niet.
Speerpunt 2: We verminderen de watervervuiling
Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) wordt in 2026 verder uitgerold. Het waterschap sluit aan bij het Landbouwloket van de provincie en ondersteunt natuurvriendelijk onderhoud van sloten in veenweidegebieden. We gaan door met projecten zoals Bodem als basis en Aanpak reductie gewasbeschermingsmiddelen. Voor het terugdringen van uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater is onze ambitie dat in de komende jaren alle agrarische bedrijven bezocht worden door een emissiecoach. Daarnaast starten we vanuit het DAW met een subsidieregeling voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Deze subsidie komt beschikbaar voor zowel particulieren, bedrijven als overheden.
Speerpunt 3: We maken het watersysteem klaar voor het klimaat van 2050
Sinds 2021 stellen we integrale en gebiedsgerichte watergebiedsplannen op. In deze plannen integreren we de opgaven binnen het watersysteem zo veel mogelijk. Ook zoeken we de verbinding met de andere taken van het waterschap en de gebiedspartners. Doordat de complexiteit en omvang van alle opgaven in een gebied groter zijn dan aanvankelijk voorzien, is de doorlooptijd en de financiële impact van deze plannen ook groter.
Gezien deze grote opgave (ook in combinatie met de opgaven binnen de andere programma's) hebben we ervoor gekozen om de komende tijd geen nieuwe watergebiedsplannen op te starten. De focus ligt nu op de voorbereiding en uitvoering van de maatregelen uit de eerste watergebiedsplannen. Zo kopen we gronden aan om de wateroverlastopgave te kunnen realiseren. Ook bereiden we de uitvoering voor van diverse technische maatregelen op Putten en in het zuidwesten van de Hoeksche Waard. Als gevolg van de grotere complexiteit en beperkte beschikbare middelen is vertraging opgetreden. Daardoor lukt het niet de volledige wateroverlastopgave (berekend op het klimaat van 2050) vóór 2028 te realiseren. In overleg met de provincie kijken we of uitstel of plaatselijke afwijking van de provinciale normering voor wateroverlast mogelijk is.
Hiernaast werken we door aan een klimaatrobuuste en toekomstbestendige inrichting van ons watersysteem. Dat doen we door het actualiseren van onze inrichtingsvereisten en beleidskaders zoals de Nota Peilbeheer, met aandacht voor waterkwantiteit én waterkwaliteit. Ook blijven we samen met derden werken aan initiatieven om het waterbergend vermogen van ons watersysteem te vergroten.
Speerpunt 4: We vergroten de grip op het watersysteem om het zoetwatervraagstuk op te lossen en de beschikbaarheid van zoetwater ook in de toekomst te faciliteren
* De streefwaarde is 100%, omdat het gaat om onze wettelijke zorgplicht. In praktijk is deze streefwaarde niet haalbaar en ligt deze rond 92%.
In 2026 werken we aan de uitgangspunten voor zoetwaterbeschikbaarheid in ons beheergebied. Binnen het Deltaprogramma Zoetwater onderzoeken we met partners het effect van interne en externe verzilting op ons watersysteem. Voor het Bernisse–Brielse Meer systeem bereiden we samen met partners bestuurlijke keuzes voor cofinanciering vanuit het Deltafonds voor. Tegelijk verbeteren we het meetnet watersysteem, met nieuwe waterkwaliteit- en kwantiteitsmeetpunten en optimaliseren we ons grondwatermeetnet.
Voor grondwater kiezen we er in 2026, net als in 2025, voor om de in het Waterbeheerprogramma opgenomen maatregel, om veranderde wet- en regelgeving een plek te geven in ons grondwaterbeleid, nog niet in te vullen. We kiezen er bewust voor om het risico te lopen om nog niet te voldoen aan de wettelijke taken. Omdat het thema bodemdaling hier een directie relatie mee heeft, wordt ook dat niet verder uitgewerkt.
Speerpunt 5: We vergroten de meerwaarde van water, de zichtbaarheid van goed water, en het waterplezier
We voeren het groenbeleidsplan uit en maaien waar nodig wateren voor recreatievaart. In 2026 zetten we verder in op gecoördineerde uitvoering van activiteiten waarmee we de zichtbaarheid en de beleving van water vergroten. Met een breed palet aan (publieks)activiteiten en samenwerkingen maken we zichtbaar en invoelbaar wat het betekent om te leven in een delta. We bieden handelingsperspectief om bij te dragen aan een toekomstgerichte, klimaatbestendige en duurzame omgang met water.
Speerpunt 6: We verminderen de uitstoot van broeikasgassen bij de uitvoering van het waterbeheer
We starten met het uitvoeren van de maatregelen uit het Klimaatactieplan. Duurzaamheid wordt steeds meer in ons werk geïntegreerd, zo krijgen de effecten op milieu en klimaat een steeds grotere rol in de afwegingen van alternatieven. Ook vragen we bij grootschalige renovaties en bij nieuwe assets om een materialenpaspoort. We zetten niet alleen in op duurzame aanleg, maar ook op duurzaam beheer en onderhoud.
Met de herziening van onder andere het baggerbeleid kijken we ook hoe we reststromen beter kunnen benutten. Hierbij willen we de kennis en ervaring van opdrachtnemers inzetten. Bijvoorbeeld de uitkomsten van het circulair baggerconsortium. Bij de werkzaamheden aan onze assets kijken we ook naar hergebruik van bestaande materialen. We bieden de vrijkomende materialen indien mogelijk aan voor hergebruik.