Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2026 Meerjarenraming 2027-2030 Commissie-20251110-12

Wat mag het kosten

Wat mag het kosten

Tabel exploitatie Waterketen

(bedragen x € 1 mln.)

Het saldo van baten en lasten na bestemming voor het programma Waterketen begroten we voor 2026 op € 99,0 miljoen. Dit is € 5,0 miljoen meer dan in de gewijzigde begroting van 2025.

De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • De doorvertaling van de onderhoudsconcepten in de begroting, leidt tot een verhoging van het onderhoudsbudget (nadeel € 2,4 miljoen).
  • Het onderhoud van de technische automatisering vergt de komende jaren (structureel) hogere exploitatiekosten (nadeel € 0,3 miljoen).
  • De kosten voor procesvoering zijn bijgesteld op basis van huidige tarieven en verbruiksprognoses (voordeel € 0,2 miljoen). Deze kosten omvatten onder andere bijdragen aan HVC voor slibeindverwerking, bijdragen aan Rijkswaterstaat voor de verontreinigingsheffing en gebruik van proceschemicaliën. De daadwerkelijke kosten zijn afhankelijk van de procesresultaten in 2026.
  • De kosten voor de monstername door Aquon zijn toegenomen als gevolg van een toename aan benodigde analyses (nadeel € 0,2 miljoen).
  • In 2026 starten we met een aantal onderzoeken en studies (nadeel € 0,2 miljoen). Het gaat hierbij onder andere om toekomststudies die noodzakelijk zijn voor de lifetime upgrade van de zuiveringskringen. Daarnaast wordt ook een start gemaakt met de onderzoeken die nodig zijn vanuit de Wet informatieuitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON).
  • In 2025 hebben de partners in de Rotterdamse Samenwerking onderzoek gedaan naar de Toekomst Waterketen Rotterdam. Om dit onderzoek in 2026 een goed vervolg te geven is een gezamenlijke projectorganisatie en extra onderzoek noodzakelijk (nadeel € 0,1 miljoen).
  • De kosten die verband houden met de separate afvalwaterstromen , inclusief btw, zijn doorbelast naar de algemene dekkingsmiddelen (voordeel € 1,5 miljoen).
  • In de begroting 2026 zijn de kapitaallasten op basis van de huidige investeringsopgave geactualiseerd (nadeel € 1,3 miljoen).
  • De doorbelastingen van de kosten voor bedrijfsvoering zijn geactualiseerd (nadeel € 3,7 miljoen). De toename van deze kosten is toegelicht in de paragraaf Wat mag het kosten? binnen het programma Bestuur en Organisatie.
  • De verwijdering van de AC-leiding stellen we meerdere jaren uit en wordt opnieuw geprogrammeerd. Als gevolg hiervan valt de bestemmingsreserve AC-leiding Brielle-Oostvoorne vrij (voordeel € 1,9 miljoen). Daarnaast neemt de begrote inzet van de tariefsegalisatiereserve jaarlijks af (nadeel € 0,4 miljoen). Ter versterking van het weerstandsvermogen voegen we een bedrag van € 0,2 miljoen toe aan de algemene reserve. Deze toevoeging wordt gedekt vanuit de tariefsegalisatiereserve en is dus een budgetneutrale reservemutatie. Bij de 1e begrotingswijziging 2025 zijn de overtollige middelen van € 1,2 miljoen uit de bestemmingsreserve Maatregelen gebiedsrendement stikstofverwijdering incidenteel teruggevloeid naar de tariefsegalisatiereserve. Per saldo resulteert dit in een positieve mutatie van € 1,5 miljoen.

In de jaren na 2026 vullen we de opgave verder in, onder meer door onderhoudsconcepten te implementeren. Dat resulteert in een structurele stijging van de onderhoudsbudgetten. Daarnaast nemen de onderzoeksbudgetten toe als gevolg van de doorwerking van de Transitie Waterketen met in 2026 gestarte onderzoeken en studies, evenals nieuwe toekomststudies. In de meerjarenraming is rekening gehouden met reguliere indexaties. Vanaf 2029 voorzien we een significante stijging van de kapitaallasten als gevolg van de oplevering van omvangrijke investeringsprojecten.

De totale verwachte investeringsuitgaven voor het programma Waterketen bedragen in 2026 € 81,8 miljoen. Onderstaande diagram geeft de verdeling naar status aan.

Investeringsuitgaven Waterketen

(bedragen x € 1 mln.)