Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2026 Meerjarenraming 2027-2030 Commissie-20251110-12

Wat willen we bereiken & wat gaan we daarvoor doen

Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen

In deze paragraaf lichten we toe wat we in 2026 gaan doen in het programma Wegen. We werken in dit programma aan 4 speerpunten.

Speerpunt 1: We richten wegen en fietspaden duurzaam veilig in, passend bij hun functie in het infrastructuurnetwerk

We gaan door met het duurzaam veilig inrichten van onze wegen. Dat doen we op basis van de wegencategorisering die het college in oktober 2024 heeft vastgesteld. De nieuwe inrichtingsmaatregelen voeren we uit gecombineerd met het groot onderhoud, op basis van de meerjarenplanning. Met het vaststellen van de wegencategorisering in 2024, valt een aantal wegen in een andere categorie. Hierdoor is het percentage wegen dat is ingericht volgens de geactualiseerde wegencategorisering iets afgenomen. Dit heeft ook effect op de prognose voor 2026; de streefwaarde voor 2026 is verlaagd van 95% naar 92%. We zetten actief in op het duurzaam en veilig inrichten van onze wegen om de gestelde norm voor 2027 (96%) te halen.

De bijgestelde prognose heeft geen invloed op de verkeersveiligheid. De wegen die nu in een andere categorie vallen, zijn immers ingericht volgens de richtlijnen die bij de eerdere categorisering horen. Naast inrichting volgens de principes van Duurzaam Veilig Wegverkeer, verkleinen we de kans op (potentiële) ongevallen op onze wegen en fietspaden op basis van de uitgevoerde risicoanalyse verkeersveiligheid.

Speerpunt 2: Met robuuste netwerken voor alle modaliteiten zorgen we voor een goede bereikbaarheid en dragen we bij aan de mobiliteitstransitie

Onder verkeersprestatie verstaan we de mate waarin de wegen voldoen aan de infrastructuurkenmerken die horen bij de verschillende netwerken: fiets, auto en landbouw. Deze netwerken stellen aanvullende eisen aan de inrichting van de wegen. Ze vormen daarmee de aanvullende opgaven bij groot onderhoud, naast het duurzaam veilig inrichten van onze wegen.

Voor het fietsnetwerk ligt de focus op de utilitaire routes die nog niet voldoen aan de infrastructuurkenmerken. Utilitaire routes zijn fietsroutes voor dagelijks gebruik. Hieronder vallen de belangrijkste school-thuis en woon-werkverbindingen. Daarnaast voeren we een aantal trajectaanpakken uit. Dat betekent dat we projectmatig een aantal werkzaamheden per traject uitvoeren, zoals asfalteren en herinrichten. In 2026 werken we verder aan een aantal grote trajecten, zoals de Korteweg en de Heveringseweg. In samenwerking met onze gebiedspartners werken we in 2026 tevens aan de aanpak van het Trambaanpad en de Metropolitane Fietsroute Dordrecht-Rotterdam. Daarnaast monitoren we de verkeersprestatie (zoals snelheid en intensiteit van het verkeer) op onze wegen door middel van structurele verkeerstellingen.

Speerpunt 3: We differentiëren het onderhoudsniveau al naar gelang de functie van de weg of het fietspad binnen het infrastructuurnetwerk

De meerjarenonderhoudsplannen vormen de basis voor het planmatige onderhoud aan het wegenareaal. In 2026 ronden we de (geactualiseerde) onderhoudsconcepten af. De daaruit voortkomende onderhoudsplannen vormen vanaf dat moment het uitgangspunt voor de verdere onderhoudsprogrammering. De doelstelling is het op een doelmatige manier onderhouden, waarbij de kwaliteit op minimaal het vastgestelde niveau blijft. Daarbij vindt een afweging plaats tussen de kwaliteit (beschikbaarheid en betrouwbaarheid), de (levensduur)kosten en de risico’s van het falen of bezwijken van de wegen. De programmering die hieruit volgt, vormt de basis voor de planning van de overige opgaven, zoals het actualiseren van de inrichting. De CROW-systematiek wordt hierbij gehanteerd.

Speerpunt 4: We hanteren duurzaamheid als leidend principe voor het beheer en onderhoud van het wegenareaal

We gaan in 2026 verder met het ecologisch beheer van de wegbermen. Dit houdt in dat we de vegetatie in de berm niet meer klepelen, maar 2 keer per jaar maaien, waarbij het maaisel afgevoerd wordt. Bij iedere maaibeurt blijft een gedeelte van de grasvegetatie gespaard, zodat er altijd voldoende leefgebied overblijft voor insecten, zoogdieren en andere dieren. Daarnaast krijgen planten de mogelijkheid om zaad te zetten en zichzelf te verspreiden. Van het totaal wegbermen dat ecologisch beheerd kan worden (60%), wordt 100% ecologisch beheerd. Dit is in overeenstemming met de doelstellingen uit het Groenbeleidsplan en Wegenbeheerprogramma.

Voor het subdoel ‘vergroten van de circulariteit’ ligt de focus op het asfalt, omdat dit grote hoeveelheden grondstoffen betreft. We werken in de komende periode toe naar 50% circulariteit. Dit doen we door aan 2 knoppen te draaien: het gemiddelde percentage hergebruik per mengsel verhogen en het aantal toegepaste mengsels met hergebruikt asfalt vergroten.

Voor het subdoel ‘terugdringen CO2-uitstoot’, zijn we bezig om een streefwaarde te bepalen. Het terugdringen van onze CO2-uitstoot heeft al wel vorm gekregen bij de uitvoering van onze wegentaak. We hebben namelijk bij de aanbesteding van de ‘Raamovereenkomst Onderhoud Wegen’ het terugdringen van de CO2-impact door (zwaar) materieel als één van de 2 duurzame gunningscriteria opgenomen. Daarvoor is de Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB)-routekaart gebruikt.