Kengetallen
Op grond van de nieuwe verslaggevingsregels is opname van een aantal indicatoren verplicht. De indicatoren samen geven een beeld van de ontwikkeling van de financiële positie de komende jaren.
Weerstandsvermogen
Voor dit onderdeel verwijzen wij naar de toelichting in paragraaf
Uiteenzetting van de financiële positie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Netto schulquote
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van het waterschap ten opzichte van de belastingopbrengst en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Of dat het is geval is valt niet direct af te leiden uit de netto schuldquote zelf, maar hangt af van meerdere factoren, zoals de hoogte van de kapitaallastenquote (onderaan de pagina) en
reservepositie.
Onderstaande tabel geeft de verhouding weer tussen de netto schuld en de belastingopbrengsten van het waterschap.
Omschrijving
|
Begroot 2024 |
Begroot 2025 |
Begroot 2026 |
Begroot 2027 |
Begroot 2028 |
Begroot 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|
Vaste schulden |
291,0 |
347,4 |
454,6 |
593,6 |
694,2 |
746,0 |
Belastingopbrengst |
208,7 |
226,7 |
246,7 |
267,8 |
281,6 |
287,1 |
Netto schuldquote |
139,4% |
153,3% |
184,3% |
221,7% |
246,5% |
259,9% |
De komende jaren stijgt de netto schuldquote als gevolg van de investeringsopgave.
EMU-saldo
In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het Europese Monetaire Unie (EMU)-saldo weergegeven. In deze tabel is de vanuit de Unie van Waterschappen geadviseerde individuele referentiewaarde voor het EMU-saldo van WSHD opgenomen.
Het EMU-saldo geeft aan of er in een bepaald jaar met reële transacties meer geld uitgegeven wordt dan in een jaar binnenkomt, of dat er geld overgehouden wordt. Het EMU-saldo is daarmee een indicatie voor de ontwikkeling van de liquiditeits- en financiële positie (eigen vermogen en schulden) van het waterschap.
Uit de tabel blijkt dat het geraamde EMU-saldo een tekort vertoont. Dit wordt met name veroorzaakt door de te verwachten investeringen in die jaren. Een referentiewaarde is geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een waterschap in de gezamenlijke ruimte voor de decentrale overheden heeft.
Wendbaarheid van de begroting
Deze indicator is verplicht vanaf de Programmabegroting 2025 en heeft betrekking op de verhouding tussen de totale kapitaallasten en de totale bruto-exploitatiekosten ('kapitaallastenquote').
Omschrijving
|
Begroot 2024 |
Begroot 2025 |
Begroot 2026 |
Begroot 2027 |
Begroot 2028 |
Begroot 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|
Rente & Afschrijving |
31,4 |
40,7 |
44,2 |
51,1 |
55,8 |
60,2 |
Totaal Lasten |
248,3 |
265,0 |
282,4 |
297,6 |
319,7 |
319,0 |
Kapitaallastenquote |
12,7% |
15,4% |
15,6% |
17,2% |
17,5% |
18,9% |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de kapitaallasten als onderdeel van de begroting de komende jaren toenemen. Dit wordt veroorzaakt door de investeringsopgave die de komende jaren gerealiseerd moet worden.
Lastendruk
Als indicator geldt de hoogte van de lastendruk van een meerpersoonshuishouden met een eigen woning in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Voor de toelichting verwijzen wij naar hoofdstuk
Waterschapsbelasting.
Beoordeling van de kengetallen
WSHD kent een financiële positie die vrij gunstig is vergeleken met collega-waterschappen. Dit blijkt uit de kengetallen in dit hoofdstuk. Er is in 2025 sprake van een relatief lage schuld en vrij lage kapitaallasten als onderdeel van de begroting. De komende jaren staat de financiële positie onder druk als gevolg van de grote opgave van WSHD. Ook voor de andere waterschappen geldt dat de financiële positie onder druk staat door de grote opgaven.